Opvoeden door liefdevol grenzen te stellen
In boeken, tijdschriften, consultatiebureaus (dit is nog maar een kleine greep uit opvoedland) wordt er veel gezegd en geschreven over grenzen stellen. Het stellen van grenzen is iets anders dan straffen. Bij grenzen stellen gaat het om je kind te helpen en begeleiden.
Opvoeden is een kind grenzen aanbieden, wordt er dan gezegd. Dit is natuurlijk ook zo, maar waarom eigenlijk en hoe bepaal je de grenzen? En hoe begrens je op een liefdevolle manier?
Waarom heeft een kind grenzen nodig?
Een kind kan nog niet overzien wat wij kunnen overzien, daarom biedt het geven van grenzen structuur, voorspelbaarheid en overzicht. Het kind weet waar het aan toe is. Het geeft een gevoel van veiligheid. Door het krijgen van grenzen leert je kind daarbij ook het ontwikkelen van sociale vaardigheden, rekening te houden met anderen en zelfcontrole te krijgen. Allemaal belangrijke eigenschappen die vanuit de maatschappij van ons verwacht worden.
Maar… het stellen van grenzen en opvoeden is lang niet altijd leuk en makkelijk. Het kan samen gaan met veel boosheid of ruzie. Bedenk op dat moment dat je jouw kind een groot plezier ermee doet en ook jezelf, want als je daar nu genoeg in investeert, dan pluk je daar op latere leeftijd de vruchten van….
Dat zit namelijk zo; als kinderen op jonge leeftijd al gewend zijn om met grenzen om te gaan en ze te accepteren, dan zal dat in de puberleeftijd ook veel makkelijker gaan. Als volwassene heb je daar ook veel profijt van. Hoe fijn is het als je zelf goed grenzen kan neerzetten. Dat heet zelfzorg en dat gun je kinderen ook.
Hoe worden de grenzen bepaald
De eerste manier waarop je hier voor kunt zorgen, zijn duidelijke regels in huis. Of beter nog: afspraken. Het is belangrijk dat jij en je partner hiermee op één lijn zitten. Maak samen basisafspraken. Wat vinden jullie beiden belangrijk? Als je dit samen doet, dan is het voor je kinderen ook niet nodig om papa en mama tegen elkaar uit te spelen.
Betrek ook je kind bij het maken van duidelijke afspraken. Dit zorgt er namelijk voor dat je kind meer betrokken is bij het naleven ervan. Vertel hem ook waarom je die afspraak wilt maken, dat maakt dat een kind weet wat er van hem of haar verwacht wordt in de dagelijks terugkerende situaties. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat jij je ook aan deze afspraken houdt. Door voorspelbaar te zijn, bied je veiligheid.
Zorg voor een aantal duidelijke afspraken, niet teveel en niet te weinig, want teveel afspraken kunnen verstikkend werken en te weinig afspraken geven weer ruimte tot conflicten. Enkele basisafspraken waar je een heleboel onder kwijt kunt, zijn bijvoorbeeld:
- wij praten aardig tegen elkaar
- wij helpen elkaar
- wij gaan netjes om met spullen
Zorg ervoor dat de gedragsverwachting, zoals hierboven, positief verwoord zijn.
Ten tweede: blijf in verbinding met je kind. Waarom is dat zo belangrijk? Omdat kinderen het nodig hebben zich verbonden te voelen met hun ouders. De behoefte aan verbondenheid is een primaire behoefte, dus eigenlijk net zo sterk als de behoefte aan eten, drinken en slapen. Misschien kun je je dan ook voorstellen dat het averechts werkt als je fel reageert of vol kritiek bent, want ten diepste zoekt je kind verbinding met jou. Als jij boos wordt om zijn reactie, dan kan je kind die verbinding niet maken en dan mis je de kans om erachter te komen wat er eigenlijk speelt. Pas als een kind zich echt verbonden voelt met zijn ouders, kan het zich verder ontwikkelen.
Ten derde: dam de keuzevrijheid in. In onze wereld zijn op een dag zoveel keuzes te maken. Veel kinderen ervaren soms of regelmatig keuzestress. Help je kind te ontspannen door de keuzes te beperken. Geef je kind bijvoorbeeld de keuze uit twee opties die jij al van tevoren voor hem bedacht hebt.
Ten vierde: respecteer de grenzen van je kind. Stel: je dwingt je kind om het bezoek dat afscheid neemt, een kus te geven, terwijl je kind het eigenlijk niet wil. Je gaat dan een grens over bij je kind. En als je wilt dat je kind grenzen respecteert, moet jij ook zijn grenzen respecteren. Bij oudere kinderen kan dat gaan over privacy. Sommige dingen willen ze met je delen, anderen dingen weer niet. Zolang het geen gevaar oplevert, kun je zo’n grens respecteren.
Liefdevol grenzen stellen
- Communiceer met de ‘Ik- boodschap’. Ik vind het niet fijn als jullie elkaar schoppen en slaan. Probeer het met woorden op te lossen. Voorbeeld oudere kinderen; Ik wil graag weten waar jullie zijn (handig die telefoons met zoekfunctie). Als ik dan wakker word kan ik zien waar jullie zijn en kan ik weer verder slapen. Op deze manier leg je dan uit waarom je dit graag wil. Niet als controle, maar als geruststelling.
- Wees vriendelijk, specifiek en duidelijk. Zeg bijvoorbeeld:‘Speelgoed is niet om mee te gooien.’ Bij de hele jonge kinderen is het ook wel eens nodig om fysiek in te grijpen om de grens te handhaven. Dit houdt in dat je de arm van het kind op een zachte manier tegenhoudt als hij wil gaan gooien of dat je het speelgoed even afpakt. Dit laatste altijd met uitleg. Als een kind voelt dat je twijfelt, zal het tegen je blijven vechten om de regels te veranderen in plaats van deze te accepteren en verder te gaan.
- Leef je in. ‘Je bent boos omdat ik zeg dat het bedtijd is’. ‘Ik begrijp dat je graag langer had willen blijven, maar je mocht al een half uurtje later thuiskomen’. Het gevoel begrepen te worden, lost de boze energie op. Je blijft op die manier in verbinding met je kind.